Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [28]hun bezitting en hun woning was Beth-el, en haar [29]onderhorige plaatsen; en tegen het oosten Naaran, en tegen het westen Gezer en haar onderhorige plaatsen; en Sichem en haar onderhorige plaatsen, tot [31]Gaza toe, en haar onderhorige plaatsen. 28. Te weten, der Efraimieten. 29. Hebreeuws, dochteren; en zo in het volgende. 30. Anders, Naara, Joz.16:7. 31. Hebreeuws, Hazzah.